Als je diabetes hebt zul je regelmatig je bloedglucosewaardes moeten controleren. Ook kan het voorkomen dat je insuline zal moeten injecteren. Er zijn een heleboel onmisbare hulpmiddelen voor diabeten die ervoor zorgen dat het allemaal een stuk gemakkelijk wordt. Zo kun je onder andere gebruik maken van een prikpen, een glucosemeter en insulinepennen.
Prikpen inclusief lancetten
Eén van de hulpmiddelen die nodig zijn bij mensen met diabetes is de prikpen en de daarbij behorende lancetten. Hier kan, samen met een druppeltje bloed de bloedglucosewaarden mee worden gecontroleerd. Om dit uit te voeren plaats lancet in de prikpen, deze moet worden aangespannen en vervolgens is het ook mogelijk om de prikdiepte in te stellen. Om de prikpen zijn werk te laten doen druk je het knopje in waardoor de naald door de huid heen zal prikken. Dit resulteert in een bloeddruppeltje waarmee de bloedsuiker gemeten kan worden. Het is van groot belangrijk dat je bij iedere keer dat je prikt een nieuwe lancet gebruikt.
Glucosesensor of een teststrip
Om bloedglucosewaarden te maken heb je een bloedglucosemeter nodig. Start eerst met het wassen van je handen zodat de resultaten niet beïnvloed worden. Iedere keer als je een test wilt uitvoeren zorg je ervoor dat er een testrip in de bloedglucosemeter bevindt. Vervolgens houdt je de glucosemeter tegen het bloeddruppeltje aan. De bloedglucosemeter begint dan zijn werk te doen en zal na enkele seconden vertellen wat de waardes zijn. De waardes betekenen de hoeveelheid glucose dat zich in je bloed bevindt. Bestel zo’n meter hier.
Insulinepennen
Als je diabetes type 1 hebt zul je iedere dag insuline moeten injecteren. Gelukkig is dit een stuk eenvoudiger dan het klinkt. Dit wordt gedaan met behulp van insulinepennen. Mensen met diabetes type 1 kunnen zichzelf injecteren. Hier is geen verpleegkundige voor nodig. Er zijn twee soorten insulinepennen. Een navulbare insulinepen, hier kun je iedere keer opnieuw insuline ampullen in doen. Als tweede mogelijkheid is er de voorgevulde insuline pen. Deze kun je na gebruik weggooien. De huisarts bespreek met jou welke pen het meest geschikt is voor je. Ook het gebruik van insulinepennen zal je leren van de huisarts of een diabetesverpleegkundige.